Strategische gids voor 7 Wonders

Standaard

Als hobby lees ik veel strategische recensies van bordspellen en speel ik vaak strategische bordspellen. Alle informatie die ik op deze manier heb verzameld, kunnen jullie lezen in deze strategische gids. Als je met bepaalde tips niet akkoord bent, laat het me dan zeker weten in de reacties onder dit bericht. Ik leer graag bij.

Dit is de strategische gids van 7 Wonders, een fantastisch kaartspel van Antoine Bauza.

De grondstoffen

Probeer grondstoffen kaarten te kiezen die je helpen om je wonderfasen te bouwen.

Statistici beweren dat het in een 4-, 5- en 6-spelersspel een goede strategie is om voor één hout, één erts, één steen en één klei te gaan. Zelfs als je hiermee niet alle grondstoffen voor je wonder hebt verzameld. De andere grondstoffen kan je bijna altijd bij je buren kopen. Er zullen namelijk veel grondstoffen circuleren. In een 3- en 7-spelersspel is dit niet het geval. Dan kan je beter de grondstoffen voor je wonder zo snel mogelijk bouwen. Anders heb je het risico dat je het in latere stadia niet meer kan bouwen.

Hou er rekening mee dat er in tijdperk 3 geen bruine en grijze kaarten meer zijn. Als noch jij noch je buren een bepaalde grondstof hebben gebouwd, kan je die grondstof in tijdperk 3 nooit meer vinden. Dat kan pijnlijk zijn, zeker als ook je buren deze kaart niet hebben en je de grondstof nodig hebt om je wonderfasen af te werken.

Voor bijna alle kaarten in tijdperk 3 heb je grijze grondstoffen nodig. Zorg er dus voor dat je wat grijze grondstoffen hebt gebouwd.

Goud

Gebruik je goud wanneer het kan. Het dient ervoor. Het schamele overwinningspuntje dat je op het einde van het spel kan verdienen voor elke set van 3 goudstukken, is de moeite niet waard. Als een speler op het einde van het spel massa’s goud bij hem heeft liggen, wil dit zeggen dat hij teveel grondstoffen heeft gekocht. Een overdaad aan grondstoffen schaadt. Je hebt slechts 18 kaarten om te spelen. Elke keer als je een grondstof bouwt, kan je geen andere kaart spelen die je wel punten oplevert. Denk daar goed over na. Enkel in het eerste tijdperk kan het interessant zijn om wat goud te sparen. Dit goud zal je in tijdperk 2 en 3 goed kunnen gebruiken.

Blauwe kaarten

Bij blauwe kaarten kies je best voor het hoogste aantal punten. Simpel.

Speel geen blauwe kaart enkel en alleen omdat je al een hele hoop blauwe kaarten hebt gespeeld, maar kijk welke kaart je het meeste punten kan opleveren. In tegenstelling tot rode en groene kaarten waarbij je meer punten kan scoren wanneer je meer van deze kaarten hebt verzameld, werken blauwe kaarten niet cumulatief.

Met blauwe kaarten kan je 58 punten verdienen in een 4-, 5-, 6- en 7-spelersspel, maar het is heel moeilijk om dit objectief te halen. Als je je 3 wonderfasen bouwt (3 kaarten) en alle 13 blauwe kaarten, dan schieten er slechts 2 kaarten meer over voor grondstoffen. Met slechts twee grondstofkaarten wordt het niet makkelijk om alle blauwe kaarten te bouwen. Je kan natuurlijk één of twee wonderfasen negeren. Toch zal het heel moeilijk worden 58 punten te behalen. Laten we ervan uitgaan dat je geen militaire strijd wint en 52 punten scoort + eventuele punten van je wonder. Dit puntenaantal is meestal niet voldoende om te winnen, maar het is wel mogelijk.

Groene kaarten

Met groene kaarten kan je massa’s punten scoren. Dit is vooral het geval als jij de enige bent die groene kaarten speelt. Als één of meer andere spelers zich ook mengen in de groene strijd, dan wordt het een veel moeilijkere opdracht om veel punten te scoren. Hoe minder spelers deelnemen aan het spel, hoe makkelijker het is om een groene strategie op te bouwen. Als in een 3-spelersspel alle spelers echter voor groen gaan, dan wordt het net veel moeilijker om veel wetenschapspunten te scoren. Veel moeilijker dan wanneer slechts 2 spelers voor groen gaan in een 7-spelersspel.

Als je met groen meer dan 50 punten kan scoren, dan zijn je tegenspelers niet goed wakker. Met goede spelers is het vrijwel onmogelijk om meer dan 50 punten te scoren met groene kaarten.

Het is altijd beter om setjes te verzamelen in plaats van voor dezelfde symbolen te gaan. Dit komt omdat er slechts 4 unieke kaarten van elk symbool zijn. Setjes verzamelen is dus makkelijker en het levert meer punten op. Als je 4 dezelfde symbolen kan bouwen, levert dat veel punten op, maar goede spelers zullen je nooit toelaten om een vierde zelfde symbool te bouwen. Ze zullen de kaart gebruiken om aan hun wonder te bouwen of de kaart zelf bouwen. Daarom is het ook beter om iets te betalen voor een groene kaart die je een setje kan opleveren in plaats van een groene kaart gratis te bouwen (door de kettingreactie tussen de kaarten) met een symbool dat je al hebt. De uitzondering hierop is de school (tablet). Deze vormt een ketting met de academie (passer) en de studie (tandwiel) wat je meteen een volledige set oplevert.

Als je voor groen gaat, kan je best proberen om 2 setjes te verzamelen (6 kaarten in totaal). Twee sets leveren 26 punten op. Dat is meer dan 4 punten per kaart, wat heel goed is.

Als je je twee groene sets hebt bereikt en je hebt de kans om een zevende groene kaart te bouwen, doe je dit beter niet. Het levert je misschien iets meer punten op dan wanneer je een blauwe of een paarse kaart speelt in tijdperk 3, maar je kan beter een andere kaart spelen en daarmee heel wat punten van de andere spelers afnemen. Als je een blauwe of paarse kaart speelt, kunnen andere spelers diezelfde kaart niet meer spelen waardoor je zelf punten wint en ook punten van hen afneemt. Dit is niet het geval bij een zevende groene kaart. Nadat je twee sets in groen hebt behaald, kan je dus beter focussen op andere kleuren.

In tijdperk 3 is het te laat om nog te starten met groen. Als je in tijdperk 3 verder met groen wil gaan, moet je toch minstens twee groene kaarten hebben uit tijdperk 1 of tijdperk 2.

Voor groen gaan hangt af van twee factoren:

  1. Het wonder waarmee je start.
  2. Het aantal tegenspelers die ook voor groen gaan.

Als je een wonder hebt waarop een aantal symbolen van de groene wetenschapskaarten staan en niemand (of slechts één persoon in een spel met veel spelers) gaat voor groen, dan is groen the way to go!

Rode kaarten

Een 3- en 4-spelersspel heeft net genoeg soldaten voor elke speler om er elke ronde één te verwerven en gelijk te blijven met de andere spelers. Dat wil zeggen dat wanneer elke speler elke ronde één rode kaart speelt, iedereen gelijk zal eindigen. Wanneer één iemand echter twee rode kaarten speelt, dan zal er iemand de slagen moeten incasseren.

Wanneer je 7 Wonders speelt met 5 of meer spelers, wordt het interessanter.

In een 5-spelersspel is er één soldaat per persoon tot je in tijdperk 3 komt. Dan is er één extra soldaat. Als je in tijdperk 3 dus twee soldaten speelt, scoor je 10 punten terwijl het de andere spelers punten kost.

In een 6- en 7-spelersspel zijn er niet voldoende soldaten voor tijdperk 1. Er zal dus sowieso iemand niet kunnen meevechten. In tijdperk 2 is er een extra kaart zodat je meer moet investeren om de winnaar te worden. In tijdperk 3 is er één extra kaart in een 6-spelersspel en 2 extra kaarten in een 7-spelersspel. Dit zorgt voor een race naar rood.

Als je voor rood kiest, ga je voor 18 punten. In werkelijkheid heb je dan 21 tot 24 punten, want als jij 18 punten hebt, dan hebben je buurmannen minstens elk 3 negatieve fiches. Daar komt bij dat ze de militaire strijd misschien hebben opgegeven waardoor ze ook via hun andere buurman slagen kunnen krijgen. Dat maakt het verschil tussen jou en je buurman op militair gebied nog groter.

Je kan het je veroorloven om 5 rode kaarten te spelen en het is ideaal als 4 van deze 5 rode kaarten in de eerste twee tijdperken werden gespeeld. Met 5 rode kaarten kan je 24 punten scoren, wat meer dan 4 punten per kaart oplevert. Dat is ongeveer vergelijkbaar met 26 punten scoren met twee setjes in groen.

Vooral in 3- en 4-spelersspellen is het heel moeilijk om een spel te winnen als je de rode kaarten negeert. In een 3- en 4-spelersspel kan je dus best voor militaire gebouwen gaan.

Als je militair wil gaan, zorg dan zeker voor de grondstoffen hout en erts. Daarnaast is het ook belangrijk om vroeg en vaak in het spel rode kaarten te spelen. Hierdoor kan je de militaire gevechten met je buren zo vroeg mogelijk staken waardoor je je kan focussen op andere kleuren. Je wil namelijk niet in de laatste ronde nog vechten voor militaire kaarten om je overwinning te verzekeren. Twee rode kaarten in tijdperk 1, twee rode kaarten in tijdperk 2 en één rode kaart in tijdperk 3 moet normaal volstaan om op militair vlak te winnen en om anderen te ontmoedigen om terug te vechten. Wanneer de andere speler echter niet ontmoedigd geraakt en de strijd blijft aangaan, dan zal het moeilijk worden om te winnen. Als je na tijdperk 2 nog altijd dicht bij elkaar zit op militair vlak, kan je de strijd beter opgeven en je op andere kleuren richten, want als je tegenspeler echt op militair vlak wil winnen, dan zal hij er ook alles aan doen om te winnen. Als je dan in tijdperk 3 hard blijft meevechten, zal waarschijnlijk geen van beiden winnen.

In 6- en 7-spelersspellen kan je beter niet focussen op rood. Hoe meer spelers, des te meer soldaten er aanwezig zijn. Je zal zeker één soldaat meer nodig hebben dan in een 3-spelersspel. Eén soldaat betekent één kaart. Dat betekent dat je 6 rode kaarten (in plaats van 5) zal nodig hebben om 24 punten te scoren. Als je dan nog wat pech hebt, heb je misschien ook nog een zevende rode kaart nodig. Dat is nog erger. Hoe meer rode kaarten je moet bouwen, des te minder punten per kaart ze zullen opleveren.

Een ander nadeel is dat rode kaarten eigenlijk geen 24 punten opleveren in een 6- of 7-spelersspel. Eigenlijk leveren ze slechts 18 punten op, want bij 7 spelers bijvoorbeeld zijn er, naast jou, nog 4 spelers die geen schade lijden door jouw militaire aanvallen. Dit is een groot verschil met militaire aanvallen in een spel met 3 of 4 spelers.

Het draften bij rode kaarten is heel belangrijk. Denk goed na als je een set kaarten wil doorgeven waarin nog één of meerdere rode kaarten zitten. Gun je buurman geen militaire kaart, maar gebruik de kaart om je wonder te bouwen of bouw de kaart zelf.

Gele kaarten

Gele kaarten kunnen je helpen (vooral als je zelf weinig bruine en grijze grondstoffen hebt gebouwd), maar het mag geen hoofddoel zijn om veel gele kaarten uit te spelen. In de eerste twee tijdperken leveren gele kaarten namelijk niets op. De gele kaarten die wel punten scoren in tijdperk 3 leveren meestal niet veel punten op.

Paarse kaarten

Hoe meer spelers deelnemen aan het spel, des te moeilijker het wordt om paarse gebouwen te bouwen. Probeer vooral te onthouden welke paarse kaarten in het spel zitten en hoeveel deze kaarten kosten. Dan weet je welke grondstoffen je moet sparen/kopen om 1 van deze paarse kaarten te kunnen spelen.

Wonderen

Als je in een beurt geen goede kaart kan bouwen, bouw dan aan een Wonder. Gebruik hiervoor een kaart die je tegenspelers goed zouden kunnen gebruiken. Probeer Wonderen te bouwen met kaarten die je tegenspelers veel punten zouden opleveren. Als je ziet dat een aantal spelers volop voor groen gaan, begraaf dan een groene kaart onder je wonder.

Bouw ook aan een Wonder als je waardeloze kaarten in je hand krijgt. Waardeloze kaarten zijn kaarten die je niet kan betalen of kaarten die je niet nodig hebt voor je strategie.

Je moet niet proberen om zo snel mogelijk je Wonderfasen te vervolledigen. Je wacht best tot je een hand met waardeloze kaarten hebt. Je wil namelijk geen hand met waardeloze kaarten wanneer je geen plaats meer hebt om een wonder te bouwen.

Algemeen

Kijk niet alleen naar je rechtstreekse buren maar ook naar de buurman van je buurman. Hun acties bepalen voor een deel de acties van jouw buur. Als de buur van jouw buur zwaar investeert in zijn militaire macht, kan jouw buur zwaar terugvechten of de strijd opgeven. Jij kan je strategie daarop afstemmen.

Op het einde van het spel leveren drie goudstukken één overwinningspunt op. Besteed in tijdperk 3 dus geen massa’s geld aan één kaart die niet veel punten meer oplevert.

Sommigen zeggen dat er weinig strategie in 7 Wonders zit omdat je slechts 18 kaarten kan spelen in het hele spel. Dit is slechts voor een deel juist. De strategie in 7 Wonders zit hem niet alleen in de kaarten die je uitspeelt, maar ook in de kaarten die je doorgeeft aan je buurman. Rode, groene en paarse kaarten doorgeven, kan zware gevolgen hebben.

Lees ook mijn recensie van 7 Wonders.

3 suggeties bij “Strategische gids voor 7 Wonders

Plaats een reactie